Kerncentrales voldoen aan strenge (veiligheids)regels.
In Nederland is er een duidelijke scheiding tussen het energiebeleid en het beleid voor nucleaire veiligheid. Het energiebeleid wordt vormgegeven door het ministerie van Economische zaken en Klimaat (EZK) terwijl het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat via de Autoriteit voor Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) over de veiligheid gaat.
Het Nederlandse energiebeleid is gericht op de energietransitie, dus het reduceren van het aandeel fossiel in de energievoorziening. Tegenwoordig wordt hierbij naast wind en zon, ook kernenergie beschouwd. Er wordt voortvarend gewerkt aan het mogelijk maken van de uitbreiding van nucleaire energie in Nederland. Er is binnen het ministerie van EZK een groep opgezet die werkt aan alle praktische aspecten.
Er is een ambitieus schema opgesteld, de 'routekaart', zie onder. Hierin worden meerdere trajecten deels parallel uitgevoerd om tijd te besparen. De minister van EZK erkent in zijn brief van 9 december 2022, dat daaraan risico's zitten, maar die zijn gerechtvaardigd. Uiteindelijk moet dit circa 3000 MW elektrisch kernenergievermogen opleveren. Tevens wordt onderzocht of de bestaande kerncentrale te Borssele (485 MW) langer open kan blijven, dus voorbij de geplande sluitingsdatum in december 2033.
Routekaart nieuwbouw kerncentrales
Een gebouw van het Ministerie van EZK
In het Nederlandse beleid t.a.v. kernenergie heeft veiligheid de hoogste prioriteit. Dit is conform Europese regels en de aanwijzingen van het Atoomagentschap van de VN, het IAEA. En is uitgewerkt in de Nederlandse regelgeving. Het ministerie van IenW is verantwoordelijk voor uitwerking van beleid en regelgeving.
De belangrijkste wet voor de regulering van de veiligheid van toepassingen van nucleaire technologie is de zogenoemde Kernenergiewet, de Kew. De Kew is ook belangrijk voor de bescherming tegen de effecten van toepassingen van ioniserende straling, zoals gebruik van röntgentoestellen, radioactieve bronnen voor metingen en gebruik van stoffen die natuurlijke radioactiviteit bevatten.
De Kew is niet het enige stuk regelgeving; daaronder zit nog veel andere ('lagere') regelgeving. Bij elkaar een complex geheel, waar je goed in thuis moet zijn als je een vergunning aanvraagt of juist (als ambtenaar) een vergunningaanvraag moet beoordelen.
Dat zijn taken van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, de ANVS. Het is een onafhankelijke autoriteit voor dit soort zaken in Nederland. De financiering van de ANVS gebeurt door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).
Logo van de ANVS
Bij iedere vergunningaanvraag, moet de aanvrager (de toekomstige vergunninghouder) aantonen dat zijn kerncentrale zal voldoen aan alle regels, niet alleen die uit de kernenergiewet, maar ook aan alle andere milieuwetten. Om dit goed te kunnen doen, is veel ervaring nodig, grote kennis van de Nederlandse regelgeving, ervaring met hoe ondersteunende documenten in elkaar moeten steken en geschreven moeten worden om een goede beoordeling door de ANVS mogelijk te maken.
Voor een buitenlandse leverancier is dit moeilijk. Deze zal veel technische documentatie aan zijn opdrachtgever leveren, maar de opdrachtgever (tevens vergunningaanvrager) zal er toch een geheel van moeten maken. Hierbij kan deze geholpen worden door een Technical Support Organisatie met kennis van zaken op gebied van Nederlandse nucleaire vergunningen en met kennis van de details van de nucleaire technologie. Vaak zal er niet 1 partij ingehuurd worden, maar meerdere partijen, die elk bepaalde aspecten kunnen afdekken, ook al om ook niet-nucleaire milieuzaken te behandelen.
Qua support op nucleair gebied is er in Nederland maar één bedrijf, de Nuclear Research & consultancy Group (NRG) met vestigingen in Arnhem en Petten. Zie ook de pagina's van hun consultancy tak, gericht op 'Ensuring nuclear performance'. Zij leveren al decennia ondersteuning aan alle nucleaire vergunninghouders in Nederland en aan buitenlandse klanten en zijn ook betrokken bij internationale certificering van nieuwe reactorontwerpen.
Logo van de consultancy-tak van de Nuclear Research and consultancy Group (NRG). Overigens is NRG gefuseerd met de bouworganisatie van de PALLAS-reactor, waardoor een NRG-PALLAS organisatie ontstaat, met zeer recente ervaring op gebied van de aanbesteding van een reactorbouw, planning, engineering en vergunningverlening in eigen land.
Qua ondersteuning op niet-nucleair gebied is er veel keuze uit goede Nederlanse ingenieursbureaus of bureaus met Nederlandse vestiging. Voorbeelden zijn: Arcadis, Royal HaskoningDHV en DNV.
Er zijn diverse initiatieven, die de vergunbaarheid van reactortypen verbeteren. Een hele belangrijke zijn de 'European Utility Requirements for LWR Nuclear Power Plants' (EUR). In dit 'eisenpakket' is vastgelegd, aan welke veiligheidseisen een reactorontwerp zou moeten voldoen, om in Europese landen 'vergunbaar' te zijn. Deze specificaties staan in het 'EUR Specification Document, dat uit meerdere delen bestaat (Volumes 1, 2 & 4). Er is ook een Volume 3, waarin per goedgekeurd reactortype staat beschreven, hoe dat type aan de eisen voldoet.
De eisen uit EUR zijn opgesteld door grote elektriciteitsproducenten en een aantal adviesorganisaties, die zich in 1991 verenigd hebben in de 'EUR Organisation'. Vanuit Nederland is NRG, de Nuclear Research & consultancy Group, lid van die EUR-organisatie (en is zelfs mede-oprichter).
Ontwerpers van nieuwe types kerncentrales / reactoren kunnen hun ontwerp bij de EUR Organisatie aanbieden in een vorm die is vastgelegd in het bovengenoemde 'EUR Specification Document'. De EUR organisatie doet dan een beoordeling. Dit is een langdurig proces waarin de ontwerpers hun ontwerp aanpassen aan de commentaren. De beoordelende experts (van onder andere NRG) hebben een diepgaand inzicht in de veiligheidskenmerken van kerncentrales en eisen waar die aan moeten voldoen.
Als de beoordeling van een reactorontwerp klaar is, levert dat een subset van 'Volume 3' van het EUR Specification Document op. Het reactorontwerp is dan in feite EUR-gecertificeerd.
In het VK heeft men het 'Generic Design Assessment (GDA) of new nuclear power stations'. Dit wordt uitgevoerd door de vergunningverlenende instantie, de 'ONR Office for Nuclear Regulation' en 'the Environment Agency'. De GDA is een soort voorstudie waarin de overheid een ontwerp op zijn veiligheidskenmerken beoordeelt. Daarmee is dan nog geen vergunning voor bouw gegeven, maar het is een soort type-goedkeuring. Voor bouw is dan nog wel meer nodig zoals een 'Site licence' met bijbehorende lokatie-specifieke beoordeling, verder een milieuvergunning waarin ook niet-nucleaire dingen worden beschouwd en nog wat andere vergunningen.
Een doorlopen GDA-proces levert veel informatie op, die ook voor beoordelaars in Nederland nuttig is. Maar vanwege verschillen tussen landen is het niet voldoende voor een volledige beoordeling. Ook kan het zijn dat in Nederland net een andere variant wordt aangeboden dan in het VK is gebeurd, dat vereist dan extra studie.
In de VS is de US Nuclear Regulatory Commission (US NRC) het Bevoegd Gezag voor kerncentrales. Er is de Design Certification voor reactortypes, vergelijkbaar met het GDA in het VK. Diverse modellen zijn 'gecertificeerd' en er lopen nog diverse certificeringsprocessen. Ook van deze certificeringen valt veel te leren voor de Nederlandse praktijk, al wijkt de regelgeving in de VS wel flink af van die in Nederland.
terug naar boven